Skip to content
Welcome / Blog Archive / Nederlands / 2020-02-doc9 Kennisgeving aan crediteuren inz. verificatie

2020-02-doc9 Kennisgeving aan crediteuren inz. verificatie

Met verwijzing naar mijn blog 2020-02-doc3 roep ik wederom geïnteresseerden op commentaar te geven op conceptteksten die ik momenteel schrijf voor de 5e druk van Wessels Insolventierecht V (Verificatie van schuldvorderingen). Ik hoop het manuscript tweede helft maart naar de bureauredactie van Wolters Kluwer te kunnen sturen. Reacties graag binnen een week naar: info@bobwessels.nl.

Hierbij de concepttekst:

[5055] Kennisgeving door curator. De curator geeft van de beschikkingen van de rechter-commissaris, bedoeld in art. 108, onmiddellijk schriftelijk kennis aan alle bekende schuldeisers. Zie art. 109 lid 1.

[5056] Onderzoek door de curator. Na de wijziging van de wet die volgt uit de Wet modernisering faillissementsprocedure, Stb. 2018, 299 (sluitstuk van Kamerstukken 34 740), die op 1 januari 2019 in werking is getreden, bepaalt art. 109 lid 1 dat de curator van de beschikking, bedoeld in art. 108 (beschikking rechter-commissaris tot uitschrijven van een verificatievergadering), onmiddellijk schriftelijk kennisgeeft aan alle bekende schuldeisers. In de kern lag deze kennisgevingsverplichting al vast in art. 109 (dat vóór 2019 geen verdeling in leden kende). De bepaling schept voor de curator een zelfstandige verplichting om de hem bekende schuldeisers te informeren. Uit HR 19 april 1996, NJ 1996/727, vloeit voort dat in bijzondere gevallen individuele schuldeisers van het uitspreken van het faillissement op de hoogte worden gesteld teneinde aan hen de gelegenheid te geven hun rechten veilig te stellen, bijvoorbeeld ten aanzien van de door hen aan de schuldenaar geleverde en door deze niet nog niet betaalde zaken. Omdat een curator weinig meer ten dienste staan dan de (bedrijfs)administratie en informatie van de gefailleerde zelf om van vast te stellen welke de bekende schuldeisers zijn (vergelijk art. 111: toetsen van ‘de ingezonden rekeningen aan de administratie en opgaven van de gefailleerde’), moet de eigen onderzoeksplicht van de curator hier niet te zwaar worden opgevat. In vergelijkbare zin Verstijlen, diss. (1998), p. 258 e.v. Ik meen dat vanaf het moment dat de curator een beeld heeft van de ‘bekende schuldeisers’ hij gehouden is deze zo goed mogelijk te informeren over schuldeisersvergaderingen en andere kwesties die hun redelijkerwijs aan kunnen gaan.

[5057] Specificatie kennisgevingsverplichting. Art. 109 lid 2 specificeert de kennisgevingsverplichting van de curator. Hij stelt alle bekende schuldeisers zo spoedig mogelijk nadat het vonnis tot faillietverklaring in kracht van gewijsde is gegaan schriftelijk op de hoogte (i) van de dag waarop uiterlijk de schuldvorderingen moeten worden ingediend, alsmede (ii) van het feit dat de vordering niet voor verificatie in aanmerking komt, wanneer niet aan deze voorwaarde wordt voldaan.

[5057a] Uitwerking. Deze gespecificeerde kennisgevingsverplichting wordt door de wetgever ‘informatieverplichting’ genoemd (MvT, Kamerstukken II 2016/17 34 740, nr. 3, p. 29). Zij sluit aan op de tekstuele regeling van de verscherpte uiterste termijn waarbinnen vorderingen moeten worden ingediend in art. 127. De Toelichting (t.a.p.) geeft aan dat onderdeel van deze informatieverstrekking is dat de curator de schuldeisers ook op de hoogte stelt van het gevolg van niet-inachtneming van deze termijn: dat wil zeggen dat de vordering niet meer kan worden geverifieerd. Deze schuldeiser komt dan niet in aanmerking voor een uitkering uit de boedel.

Staatscourant. In de Staatscourant behoeft de beschikking ex (thans) art. 109 lid 1 niet te worden aangekondigd, vergelijk reeds het Verslag van de Tweede Kamer met Regeringsantwoord bij Van der Feltz II (1897), p. 78.

Handelsregister. Van de beschikking ex art. 108 is publicatie in het handelsregister niet vereist. In gelijk zin W.R. Veldhuyzen en P.J.H. Jong, Het Handelsregister, Deventer: Kluwer 2009, p. 111 e.v.; Verstijlen 2019 (T&C Insolventierecht), commentaar bij art. 109. In de literatuur bestond daarover wel twijfel, zie de vorige druk van dit werk (2014), par. 5057.

Nieuwsbladen. Sedert de wijziging van art. 109 bij Wet van 24 november 2004 (Stb. 2004, 615), in werking getreden 15 januari 2005, is verplichte aankondiging in een of meer nieuwsbladen vervallen.

Register. Art. 53-55 EIR 2015 kennen voor situaties waarop de Europese insolventieverordening van toepassing is een uitvoerig stelsel voor kennisgeving aan schuldeisers en registratie van de indiening van vorderingen, zie uitvoeriger Wessels X, Part II, 2017/10909 e.v. Zie ook art. 110a.

[5057b] Elektronische kennisgeving. In omvangrijke faillissementen kan worden volstaan door verspreiding van de informatie per e-mail of door plaatsing van de informatie op een website. Aldus HR 1 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2765. Al naar gelang de omstandigheden kan de informatie in een andere taal dan het Nederlands worden verstrekt, bijvoorbeeld wanneer de desbetreffende schuldeisers het Nederlands niet machtig zijn. Dit is echter geen verplichting, aldus de MvT, Kamerstukken II 2016/17, 34 740, nr. 3, p. 29. In de praktijk zal de curator meer informatie in de kennisgeving opnemen, bijvoorbeeld het verzoek aan schuldeisers om gespecificeerd hun vorderingen in te dienen. In het gecompliceerde faillissement van Lehman Brothers Treasury Co. B.V. heeft de rechter-commissaris de curatoren toegestaan bij toepassing van art. 109 (en art. 115) wat betreft Noteholders gebruik te maken van ‘… een enkele (elektronische) kennisgeving via de Clearinginstellingen’, ook omdat in dat faillissement dat de beste wijze van kennisgeving was, zie Rb. Amsterdam 24 januari 2013, LJN BZ1037. Het is aan de curator om in de gegeven omstandigheden de beste wijze van communicatie te bepalen.